In 2015 begon Seppe Van den Schoor met het maken van koperen beeldjes. Eerst
gewoon uit belangstelling. Hij had op zolder nog een koperen buis gevonden en
wilde er iets mee maken. De eerste resultaten vielen mee en hij begon zich te
verdiepen in manieren om de figuurtjes die hij maakte meer realistisch en
expressief te maken.
De zoektocht was niet echt gemakkelijk want hij vond nergens
informatie over het werken met koper op een kunstzinnige manier.
De eerste stap die hij nam was het vervaardigen van het
gereedschap dat hij nodig had. Zo ontwierp hij een rudimentaire hamer om de
beeldjes reliëf te geven. Daarnaast
maakte hij een aantal stempels die de gewenste vorm hadden om de reliëfvorm nog
te benadrukken.
Via een kennis waar hij een beeldje voor had gemaakt verkreeg
hij een aambeeld en een geschikte hamer voor het fijnere werk. Hij bleef zelf
gereedschap maken dat beter en beter was afgestemd op de verschillende manieren
van bewerken. Op bovenstaande afbeelding ziet u naast de hamers en stempels ook
het aambeeld, de houten mal om ronde vormen uit te slagen en de loden schijf
die als ondergrond dient om koper terug plat
te hameren.
De figuren die Seppe maakt zijn uniek in de zin dat er
vanwege het feit dat het handwerk is nooit twee exact dezelfde resultaten uit
het scheppingsproces komen. Ondertussen kunnen we wel spreken van vier perioden
of generaties van beeldjes. Hieronder vind u een overzicht.
Eerste generatie.
Deze beeldjes werden gemaakt uit de resten van een koperen
buis. Ze werden gemaakt voor de
familieleden die elk in een bij hen passende situatie uitgebeeld werden. De
vormen zijn nog erg primitief en er is geen sprake van enig reliëf of uitdrukking.
Dat komt grotendeels door het feit dat de buis eerst nog vlak geklopt moest
worden.
Tweede generatie
Seppe haalde zijn inspiratie hiervoor bij zijn twee
kleindochters die beiden naar de dansschool gaan. De eerste figuurtjes waren
dan ook allemaal danseresjes. Daarnaast wilde hij ook andere manieren van
vormgeving uitproberen. Hij experimenteerde bijvoorbeeld met de figuurtjes zo
vorm te geven dat ze letters vormden. Aan het einde van deze periode werd het
concept van danseresjes uitgebreid naar Spaanse danseressen en toreadors. De
beeldjes zijn herkenbaar aan het feit dat ze wel reliëf maar weinig uitdrukking
hebben.
Derde generatie
Hieronder vallen de eerste figuren die reliëf combineren met
uitdrukking. De gezichten ‘spreken’ meer. Er komen nu ook vele diverse
onderwerpen aan bod. De beeldjes gingen vooral naar kennissen en net als in de
eerste generatie werden die afgebeeld in een voor hen typische pose of met
typische attributen. Seppe begon ook met andere materialen te experimenteren.
Zo kregen de danseresjes bijvoorbeeld een balletrokje in tule en werden
juwelendoosjes gestoffeerd. We zien ook de pogingen om koper te kleuren door
verhitting opduiken.
Vierde generatie
Deze beeldjes en figuren werden voor het eerst te koop
aangeboden aan het grote publiek. De afwerking is nog verder verfijnd door
alweer nieuwe materialen en methodes van bewerking. Het kleuren door verhitting
staat hier ook duidelijk op een hoger niveau dan bij de vorige generaties. Er
is nu ook de mogelijkheid om beeldjes en figuren op aanvraag te laten maken in
een onderwerp naar keuze.
Het creatieve proces
Het begint allemaal met het selecteren van het materiaal, rood of geel koper. Dan word er een vorm op het koper getekend die vervolgens uitgeknipt word met een metaalschaar. Die ruwe vorm kan dan bijgevijld worden tot de vormen naar wens zijn. Dan is er de fase van het opschuren. Daarna word de vorm in reliëf gehamerd om expressie toe te voegen. Als laatste onderdeel van de productiefase worden de beeldjes drie maal gevernist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten